Mijn zoon krijgt nooit een bal
Mijn zoon krijgt nooit een bal. De moeder die dat tegen me zegt heeft gelijk. De les die ik heb geleerd is dat ouders altijd gelijk hebben.
Twijfelen aan het gelijk van de persoon die het dichtste op het “lijdend voorwerp” zit is vreselijk dom. Als coach weet je niks, je doet maar wat omdat je er gewoon vrijwillig staat. Elke keer weer en langs de lijn allemaal meelevende ouders die altijd gelijk hebben.
Net als bij het reguliere voetbal staan er naast de 15 spelers ook nog 15 coaches buiten het veld.
Ouders zijn de smeerolie tussen de coach en de speler, soms is het geen olie maar dikke vette klei en lijken de belangen vast te lopen.
Spelers die niet uit de verf lijken te komen. Spelers die gillend achteruit gaan. Spelers die elkaar niet kunnen uitstaan.
Coaches die maar twee ogen hebben en ook nog een beperkte gehoorgang.
Ouders hebben gelijk maar kunnen dat nooit goed overbrengen aan de coach als ze ook niet proberen mee te bewegen met wat er in het veld gebeurd.
In het veld wordt elke speler geconfronteerd met zijn of haar beperkingen en ziet dat anderen`:
- beter zijn
- sneller zijn
- behendiger zijn
- agressiever zijn
- sterker zijn
Bovenstaande “competenties” kunnen al snel leiden tot overprikkeling van de ander. De speler voelt zich niet gezien en heeft moeite het verschil te aanvaarden.
Maar eigenlijk kun je als coach daar niet zo veel mee dan ze alleen te zien, te benoemen, te aanvaarden en proberen datzelfde van de speler en de ouders te verlangen.
Natuurlijk moet je opkomen voor je zoon of dochter dat doet iedereen.
Maar om stappen te nemen moet je ook accepteren dat je de stap nog niet kan maken.
De verschillen binnen een team kunnen enorm groot zijn en vergen enorm veel “schakelwerk” van de coaches. Indien je voldoende spelers hebt is het makkelijker om te differentiëren. Maar op wat ga je differentiëren?
- lengte
- leeftijd
- gedrag
- fysieke gesteldheid
- mentale gesteldheid
Hier kan ik geen antwoord op geven, daar ben ik niet deskundig in. De ervaring leert dat we proberen te zoeken naar balans en veiligheid.
Balans, je zoekt naar een evenwicht in je team zonder de spelers te over-socialiseren. De grote speler, rekening laten houden met de kleinere spelers, klinkt leuk op papier maar kan tot enorme frustraties leiden.
Natuurlijk is rekening houden met elkaar een goede zaak, maar dat zien ze niet als ze naar een voetbalwedstrijd gaan. Degene die niet presteert wordt gewisseld. Ze spelen Fifa op de Xbox en zien continu hoe er absoluut geen rekening wordt gehouden met anderen.
Veiligheid moet je aanbieden om te zorgen dat de speler niet angstig wordt van andere spelers of van bepaalde spelsituaties.
Je bent dus gezegend als je als coach een min of meer homogene groep hebt, helaas zal de praktijk maar zelden zo zijn.
In de praktijk zal je:
- spelers moeten afremmen
- spelers moeten stimuleren
- spelers extra trainen op techniek
- spelers extra trainen op snelheid
- inzicht moeten krijgen in beperkingen, van de speler en van je zelf
Mijn zoon krijgt nooit een bal. Geloof me ook al krijgt een speler de bal vaak, het zal nooit genoeg zijn.
Er zal nooit een speler bij me komen om te zeggen dat hij de bal teveel krijgt.
Elke keer kom je er als coach weer achter dat je het toch weer even anders moet doen en dat maakt amateurcaoaches zo enorm flexibel.
Heeft u zelf ook iets wat u kwijt wilt over G-voetbal met hun bijzondere sporters?
Laat dan van u horen.